maandag 16 februari 2015

Volksbuurtmuseum

Normaal gesproken ga ik elk seizoen een dagje op pad. Lekker in m’n eentje naar een bepaalde stad. Daar breng ik dan één of meerdere musea een bezoekje en tussendoor wandel ik door de stad. Nou was het er deze winter nog niet van gekomen en ik weet ook niet of het nog gaat lukken. Dus toen ik laatst een feestje had in Utrecht, dat pas in de middag begon, heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt en ben naar het Nederlands Volksbuurtmuseum geweest. Ja, ja, waar je allemaal niet een museum over kunt hebben. 

Ansichtkaart gekocht in het museum: Zicht in de Zuilensteeg
vanuit de Bergstraat, 1934. Uitgave Wijk C-komitee, Utrecht, 1984
Ik ben geïnteresseerd in hoe het leven voor de gewone mens er vroeger uitzag. Hoe meer ik er over lees, zie en hoor, hoe meer ik besef, dat het nog helemaal niet zo lang geleden was, dat het gros van de bevolking in Nederland in pure armoede leefde. Ook nu zijn er nog mensen die in echte armoede leven, die afhankelijk zijn van de voedselbank en nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden, maar toch zeker tot de Tweede Wereldoorlog leefde de meerderheid van de bevolking zo. 

In het Volksbuurtmuseum dient wijk C, een voormalige volksbuurt in het centrum van Utrecht, als voorbeeld. De rondgang door het museum begint met een animatie over de ontwikkeling van Utrecht. Dan kom je in een zaaltje waar je verhalen kunt horen van mensen die vroeger echt in Wijk C hebben gewoond en waar het leven van een bakkersgezin nader wordt belicht. In het zaaltje ernaast zie je een film over de opzichter van Wijk C. Men ging er in die tijd van uit, dat mensen in de volksbuurt moesten worden opgevoed en dat er toezicht moest zijn. Vrouwen leerden onder andere over hygiëne. Bij probleemgezinnen werd ingegrepen an als een gezin echt niet te handhaven was, werd het overgeplaatst naar nieuwe wijken die speciaal voor probleemgevallen waren gebouwd. 

Bij de balie van het museum krijgt de bezoeker een portemonneetje mee met negen geldstukken. Die heb je nodig als je door het steegje loopt. Daarin is een steeg in een volksbuurt nagebouwd, zodat je kunt beleven hoe het daar was. Verschillende bewoners vertellen hun verhaal en met het geld kun je dingen kopen, een aalmoes geven of een schuld aflossen. Kun jij uitkomen met de muntjes?

Op de bovenverdieping is ook nog van alles te zien, te luisteren en te doen. 

Ik vond het een erg leuk en sympathiek museumpje. Ook leerzaam. Het laat zien, dat een volksbuurt uit de negentiende en begin twintigste eeuw geen ‘probleemwijk’ was. Er zaten veel bedrijfjes, zoals een bakker, een hoefsmit, fabriekjes. Wel heerste er veel armoede.


Middenstanders hadden vaak geen winkel, maar wel mensen in dienst die met karren rondreden om de producten te verkopen, zoals de broodkarren van de bakker. Die middag op het feestje sprak ik een vrouw, die vertelde dat haar vader vroeger ook zo’n kar bezat. Daarmee verkocht hij vlees. Dat vond ik erg leuk om te horen, een echt ooggetuigenverslag. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten