Een film is een beknopte versie van een boek. Ben je met een boek een aantal dagen, of weken, bezig, een film duurt zo’n anderhalf, twee uur. In een boek is er ruimte om gebeurtenissen, gedachten, gevoelens uitgebreid te beschrijven. In een film kan dat worden gedaan door een voice-over of een verteller.
Tijdens het schrijven van dit stuk, had ik me vooral gericht op de verschillen tussen het boek en de film. Nu wil voor mezelf eerst nagaan hoe ik de film zelf vond, zonder aan het boek te denken.
Ik vond het een imposante film, met geweldige beelden. De wilde zee, de dieren. Maar ook een heel kalme en oneindige zee, waarop Pi in zijn eentje ronddobbelt. Wat een eenzaamheid! En dat vreemde eiland, dat geheel bestaat uit planten en waar duizenden stokstaartjes wonen.
Don had gehoord, dat het een heel spirituele film zou zijn, maar dat vond ik niet heel erg op de voorgrond staan. Pi gelooft in God, Allah en alle hindoeïstische goden en roept hen geregeld aan. Maar erg diep gaat het niet. De film gaat meer over het avontuur. En wat voor avontuur!
Alleen voor de hyena hadden ze een echt dier gebruikt. Deze was te zien in zeven shots waarin hij niet samen met de jongen in beeld was. Voor de rest was ze met de computer nagemaakt.
Wij hebben de film op een kleine televisie gezien. In de bioscoop in 3D-versie is het natuurlijk veel gaver om te zien.
Tijdens het lezen van het boek was ik benieuwd hoe de gruwelijke details zouden worden verfilmd, zoals wanneer de zebra levend door de hyena wordt opgegeten of wanneer het Pi maar niet lukt om een schildpad snel te doden. Dat laatste is in de film niet te zien, de dood van de zebra wel, maar niet zo uitgebreid en gruwelijk als in het boek.
Gevoelens worden in beeld en woord uitgedrukt. Zoals bij het afscheid van tijger Richard Parker. Als de sloep aanspoelt in Mexico verdwijnt hij zonder om te kijken de jungle in. Pi vertelt in voice-over wat dit met hem deed, vervolgens zien we hem hartverscheurend huilen en daarna zijn we weer in het ‘heden’ in Canada, waar hij aan de schrijver vertelt hoeveel pijn het hem deed, dat de tijger geen afscheid had genomen.
In de film lijkt religie wel een belangrijkere rol te spelen dan in het boek. In het boek vertelt Pi wel hoe het kwam dat hij drie religies aanhangt en roept hij god of de goden af en toe aan, maar in de film doet hij dit vaker en nadrukkelijker. Zo leek hij tijdens een storm op zee wel waarzinnig. Hij zat in de reddingssloep die een speelbal was van metershoge golven en ging op het dekzeil staan gillen van enthousiasme. Hij haalde het dekzeil, dat de hele tijd half over de boot zat, helemaal los zodat Richard Parker het schouwspel ook kon zien. Uiteindelijk had hij door dat dit levensgevaarlijk was en maakte hij het dekzeil snel helemaal dicht om eronder te kunnen schuilen.
Ik heb het in het boek teruggelezen. Deze filmscène is een samenvoeging van twee scènes in het boek. Daarin komen Pi en Richard Parker eerst in de storm terecht. Pi reageert meteen alert door de belangrijkste spullen in veiligheid te brengen en het dekzeil over de sloep heen vast te maken. Later komt er een onweersbui langs, die niet zo allesverwoestend is. Pi blijft op het dekzeil zitten kijken naar het bovenaardse schouwspel.
Ik wendde me tot Richard Parker en zei: ‘Kijk, Richard Parker, een bliksemschicht.’ Ik zag wat hij ervan dacht. Hij lag plat op de bodem van de boot, met uitgestrekte poten en trillend als een riet.
Op mij had het juist een tegenovergestelde uitwerking. Het was iets wat me uit mijn beklemmende aardse beslommeringen haalde en me in een staat van verrukte verwondering katapulteerde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten