maandag 30 maart 2015

Brabants

Mijn schoonfamilie is Brabants. In het begin, zo’n twintig jaar geleden, had ik soms moeite om ze te verstaan. En soms leidde het accentverschil tot grappige situaties. Zo zei mijn schoonmoeder een keer bij het inschenken van de vla: ‘Zeg maar hûuh.’ Dus ik zei: ‘Hu.’ Dat bleek niet goed te zijn. Tsja, bij ons zeggen ze gewoon ‘Ho’.
Don spreekt over het algemeen aardig ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands). Maar met één woord heeft hij zijn afkomst altijd verraden: peperkoek. In de rest van het land, of in ieder geval in het westen, waar ik vandaan kom, zeggen we ontbijtkoek. Dat staat ook op de verpakking. Dus ik bleef stug ontbijtkoek zeggen. Tot we met ons gezinnetje naar Brabant verhuisden. Toen heb ik me overgegeven en ben ik ook peperkoek gaan zeggen. Maar andere uitdrukkingen ben ik blijven weigeren. 

Acht jaar lang hebben we in Brabant gewoond, helemaal in het oosten, bij het drieprovinciënpunt met Limburg en Gelderland. Annika is een geboren Brabantse en Rozanne heeft een echt zachte -g-. Ik vond het wel grappig om die Brabantse manier van praten te horen.
Enkele voorbeelden:
  • In Oost-Brabant zit je niet op voetbal of op ballet, maar eronder! Mijn zoontje zit onder voetbal of onder ballet.
  • Ik woon langs haar, ik zit langs hem. Ook zo raar. Langs houdt een beweging in: Ze loopt langs. Je kunt niet langs iemand zitten.
  • Of wat dacht je van: ‘Zal ik de koffie inschudden?’ Nou, dat zal me een zootje worden. Oh, ze bedoelde inschenken.
Twee jaar geleden hebben we het Brabantse land weer verlaten. Maar de peperkoek is gebleven. Als er gasten zijn, moeten we wel uitleggen dat we daarmee ontbijtkoek bedoelen. En Rozanne... die heeft nog steeds haar mooie zachte -g-.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten