zondag 9 augustus 2015

Watership Down

Bink
Richard Adams
Watership Down (Verenigd Koninkrijk, 1972)

Sinds een klein jaar hebben we twee konijnen in onze tuin wonen: Bink en Twix, twee Nederlandse dwerghangoortjes. Waarschijnlijk onder invloed van hen groeide bij mij het idee, dat ik Waterschapsheuvel weleens zou willen lezen. Maar eigenlijk was ik een beetje bang om dat boek te lezen, want het leek me zo zielig. Als ik aan Waterschapsheuvel denk, denk ik ook aan Bright eyes, dat lied van Art Garfunkel, met die zielige clip over zielige konijntjes. Maar laatst las ik op een Amerikaans blog, dat het een prachtig boek is, met humor geschreven. Toen durfde ik het wel aan. En terwijl ik het aan het lezen was, las ik op het blog Bettina schrijft, dat zij het boek als elfjarige ook prachtig vond.

En een prachtig boek is het. Op momenten dat ik het niet in mijn handen had, verlangde ik terug naar die wereld van Hazel (Hazelaar), Fiver (Vijfje), Bigwig (Kopstuk) en al die andere konijnen. Het boek is ook heel spannend. Deze groep konijnen maakt heel wat mee. 
Het begint ermee, dat Fiver het gevoel heeft dat hun kolonie door een groot gevaar wordt bedreigd en dat alle konijnen meteen moeten vluchten. Lang niet iedereen gelooft hem en ze vertrekken met slechts een klein groepje, onder leiding van Fivers grote broer Hazel. Ze gaan op zoek naar een nieuwe plek om te wonen en de reis is vol gevaren. Uiteindelijk komen ze aan op de helling van Waterschapsheuvel, waar het leven goed is. Echter, de groep bestaat uit alleen maar mannetjeskonijnen, dus om de kolonie een toekomst te geven moeten er ook vrouwtjes komen. In de buurt zijn twee plekken waar ze die vandaan kunnen halen. Maar die strooptochten zijn levensgevaarlijk...

Ik weet niet hoe het komt dat dit zo’n mooi boek is. Het is bijzonder, omdat het een verhaal over konijnen is. Je beleeft het vanuit de konijnen; dat is weer eens een ander perspectief.  Alles wordt tot in detail beschreven. De omgeving bijvoorbeeld. Hierbij was het wel een nadeel dat ik de Engelse versie las, want ik weet niet alle namen van al die planten, bomen en dieren. Ik had mijn woordenboek bij de hand. Het verhaal is ook superspannend. Bijvoorbeeld als ze een groep wijfjes willen bevrijden uit een totalitaire kolonie. Brrr..., je zit op het puntje van je stoel.

Twix
Ik kijk nu wel anders tegen konijnen aan. Als ik in de schemer tussen de weilanden door fiets, kijk ik goed om me heen of ik konijnen zie. Vanmorgen zag ik een konijn in een moestuin. ‘Ah, dat is zo’n dapper konijn dat sla gaat stelen voor de chief rabbit’, denk ik dan. Of misschien is het El-ahrairah, het mythische konijn waarover vele verhalen worden verteld en die door slimme trucs alles voor elkaar krijgt. 

Het gebeurt niet vaak dat ik boeken herlees, maar deze wil ik later nog wel een keertje lezen. En dan in het Nederlands, zodat niets me ontgaat van die wonderlijke konijnenwereld.

woensdag 24 juni 2015

Een maaltijd in de winter

Hubert Mingarelli
Een maaltijd in de winter (Un repas en hiver, 2012)
Vertaald uit het Frans door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre

Ik was in de buurt van de bibliotheek, maar had niet mijn boekje met mijn wensenlijstje bij me. Wat doe je dan? Dan ga je gewoon lekker tussen de boeken snuffelen. Ik stuitte op een boek van een mij onbekende schrijver, Hubert Mingarelli, waarvan de titel mij wel aansprak: Een maaltijd in de winter. En ik had het in twee dagen uit. Voor veel lezers zal dat niet bijzonder zijn, maar voor mij wel. Ik lees namelijk erg langzaam. Maar ik werd zo door dit verhaal gegrepen, dat ik door bleef lezen. Ook de structuur van de roman zet aan tot doorlezen. Hij bestaat uit korte hoofdstukjes, waardoor je snel denkt: ach, nog eentje. Aan de andere kant kun je ook even een hoofdstukje lezen als je maar een paar minuutjes hebt.

Een maaltijd in de winter gaat over drie Duitse soldaten die in de Tweede Wereldoorlog in Polen gelegerd zijn. Ze moeten daar joden fusilleren die in de bossen in massagraven terechtkomen. De drie militairen kunnen deze klus emotioneel niet meer aan en als er een nieuwe moordpartij wordt aangekondigd voor de volgende dag, vragen ze toestemming om er op uit te gaan om ondergedoken joden te zoeken. Die toestemming krijgen ze.
De dag die volgt wordt zeer gedetailleerd beschreven. Hoe ze ‘s morgens voor dag en dauw de bittere kou in trekken, urenlang lopen en een jood vinden. Hoe ze bij een verlaten huis komen, daar een maaltijd bereiden en deze samen met de jood, en een Poolse boer, opeten.
Dan zitten de soldaten met een probleem. Kunnen ze deze joodse man, met wie ze een maaltijd hebben gebruikt, nog wel meebrengen naar hun kampement, zijn dood tegemoet? Misschien moeten ze hem dan wel zelf doodschieten. Maar als ze zonder jood terugkeren, zullen ze de volgende dag niet meer op zoek mogen gaan en mee moeten doen aan het fusilleren.  

In het verhaal wordt alles tot in de kleinste details beschreven, vooral het bereiden van de maaltijd. Maar ook de oplopende spanningen tussen de soldaten en de boer die komt aanlopen en ook wil mee-eten. 
De soldaten zijn mannen van rond de veertig, reservisten. Ze worden gedwongen om gruwelijke dingen te doen en gaan daaraan kapot. Ook in WOII waren de meeste Duitsers ook maar mensen. 


Hubert Mingarelli is een Franse schrijver. Zijn bibliografie op de Franse Wikipedia telt 20 boeken, maar als ik de naam van de auteur google, verschijnt er op Nederlandse en Engelstalige sites alleen dit boek. Maar naar aanleiding van Een maaltijd in de winter zou ik best meer van hem willen lezen. Tijd om mijn Frans op te frissen?

woensdag 27 mei 2015

Post!

Deze week zeven kaartjes ontvangen, waarvan vier met dieren.

Twee kaarten met cavia's. De eerste kreeg ik van Sari uit Finland:


De tekst betekent: Alles in orde?

De tweede kwam uit Frankrijk, van Sandra:


 Lief, hè?

Deze twee konijntjes komen uit Duitsland:


Verstuurd door Sonja. De kaart is helaas niet helemaal ongeschonden aangekomen, maar de beestjes zijn wel schattig.

En een heel ander soort dier:


De Hawaiiaanse Groene zeeschildpad. Gekregen van Samantha, die ook echt op Hawaii woont...

Hier een ander wonder der natuur:


Mount Fuji op Japan. Tomoko heeft deze kaart naar mij opgestuurd.

Deze kaart kwam uit Bulgarije:


Maar afzender Nelly had hem gekocht toen ze de opera in Parijs bezocht. De foto is gemaakt door de Amerikaanse National Geographic-fotograaf Steve Raymer.
Ik vind dit een mooie foto. Meestal lijkt een ballerina toch een beetje buiten de echte wereld te staan, een soort sprookjesfiguur. Maar hier zit ze op de grond haar spitzen aan te trekken. Zo te zien aan de muur naast haar in een oud gebouw.

De laatste kaart die deze week door de brievenbus viel was deze:


Een fijn 's zomers plaatje: lekker lezen tussen de bloemen in de tuin. Als je beter kijkt, lijkt het echter een woordenboek te zijn. Mmmm... in de zomervakantie hard aan de studie voor een hertentamen...?
Dit kaartje kreeg ik van Zita uit Litouwen.

Heerlijk toch om zoveel kaartjes te krijgen. En te sturen, natuurlijk. Ook dat is leuk. Het juiste kaartje uitzoeken voor degene aan wie je hem gaat sturen en er een leuke tekst op schrijven.
Wil je ook kaartjes vanuit de hele wereld ontvangen en versturen? Ga dan naar www.postcrossing.com.

zondag 24 mei 2015

Het kleine meisje van meneer Linh

Philippe Claudel
Het kleine meisje van meneer Linh (La petite fille de monsieur Linh, 2005)
Vertaald uit het Frans door Manik Sarkar

Meneer Linh komt met de boot uit een door oorlog verscheurd land. In zijn armen heeft hij een baby, een meisje. Dat is zijn kleindochter. De ouders van het meisje, de zoon van meneer Linh en zijn vrouw, werden uit elkaar gereten toen ze op het land aan het werk waren. Meneer Linh vond zijn kleindochter een eindje verderop, heeft haar opgepakt en is het land uitgevlucht. Eigenlijk had hij daar willen blijven om te sterven, maar omwille van het meisje, dat nog een heel leven voor zich had, heeft hij de boot genomen. 
Meneer Linh komt aan in een land waar alles anders is en waar hij de mensen niet verstaat. Ondanks dat bouwt hij een vriendschap op met een dikke meneer. Ze ontmoeten elkaar elke dag. De man praat tegen meneer Linh, die daar niets van verstaat, maar het wel prettig vindt om te luisteren. Er groeit een band tussen de twee mannen. Als meneer Linh vanuit de eerste noodopvang wordt overgeplaatst, gaan ze dan ook wanhopig naar elkaar op zoek.

Het kleine meisje van meneer Linh is een klein boekje, maar wat een pareltje! Toen ik het uit had, heb ik nog een tijdje verdoofd voor me uit zitten staren. Met natte wangen van de tranen.

The Great Gatsby

F. Scott Fitzgerald
The Great Gatsby (VS, 1925)

Eigenlijk zag ik er best wel tegenop, om The great Gatsby te lezen. Zo’n klassieker, met een introductie van 48 bladzijden, in het Engels, kleine lettertjes. Dat zou vast een zware klus worden. Maar het viel alleszins mee. Ik had hem in een paar dagen uit. Daarbij moet ik wel zeggen dat ik de introductie heb overgeslagen. Vroeger voelde ik me altijd verplicht om die te lezen. Als er een introductie bij zat, dan behoefde het boek blijkbaar uitleg voordat je er aan zou beginnen. Maar meestal zijn introducties best wel saai en dan legde ik zo’n boek al aan de kant voordat ik er aan begonnen was. Dus: geen introductie. 

The great Gatsby speelt zich af in de Verenigde Staten aan het begin van de jaren ’20 van de vorige eeuw. We nemen een kijkje in de high society, de wereld van de extreem rijken. 
In The great Gatsby leren we eerst de verteller kennen, Nick. die niet rijk is. Nick is een jonge man die vanuit de Midwest naar New York komt. Hij vindt een huisje buiten New York City, volgens mij op Long Island, temidden van enorme villa’s. Hij gaat op bezoek bij een oude studievriend die aan de andere kant van de baai woont en getrouwd is met een nicht van Nick. Zij wonen in een enorm huis, hebben bedienden en brengen hun leven vooral lanterfantend door. Later leert Nick zijn buurman kennen, Gatsby. Ook hij is een jonge man, puissant rijk. Elk weekend geeft hij massale feesten, waar mensen uit de wijde omgeving op af komen, al dan niet op uitnodiging. Gatsby zelf stort zich niet in het feestgedruis, maar houdt zich afzijdig. Je vraagt je af, waarom hij die feesten geeft, maar daar kom je later achter. Dat is dezelfde reden waarom hij zo rijk is en in zo’n megagroot huis woont. 

Ik vond het leuk om dit boek te lezen. Waarom? Ik had nog nooit een boek gelezen over deze groep mensen in deze tijd. Het is zo levendig geschreven dat het is alsof je erbij bent. Bij die etentjes, feesten en ontmoetingen. De spanning wordt in het boek langzaam opgebouwd. Het broeit. Je bent erbij als het uit de hand dreigt te lopen.
De personages zijn menselijk. Er is één onsympathiek persoon bij, maar verder hebben de personages goede en slechte kanten, doen ze soms aardig, soms niet. 
Eigenlijk is het helemaal niet eng om af en toe een klassieker met kleine lettertjes te lezen.

maandag 20 april 2015

De dochter van de circusdirecteur

Jostein Gaarder
De dochter van de circusdirecteur (Sirkusdirektørens datter, 2001)
Vertaald uit het Noors door Lucy Pijttersen en Carla Joustra

Een tijd geleden las ik in de Flow een artikel over minibibliotheken. Dat zijn kastjes, die ergens in een straat staan en waarin - uiteraard - boeken staan. Daar mag je er dan eentje uit pakken, lezen en eventueel terug zetten of je zet er een ander boek in. Al een tijd lijkt het me leuk om zo’n biebje bij ons in de voortuin neer te zetten. Maar je moet dan wel eerst zo’n kast maken, waterdicht, met doorzichtige deurtjes en ik ben niet zo handig. Dus het is er nog niet van gekomen.
Nu ontdekte ik een paar weken geleden hier vlakbij zo’n minibibliotheek. Het is een oud konijnenhok, in een vrolijke kleur geschilderd. Ik ben er een kijkje gaan nemen. De meeste boeken die erin lagen waren niet veel soeps. Honderd kerstverhalen, een groot aantal romannetjes van de Bouquetreeks. Maar er lag wel één interessant boek in, eentje van Jostein Gaarder, de schrijver van De wereld van Sofie.
De wereld van Sofie heb ik ruim tien jaar geleden gelezen. Daarna heb ik nog een aantal boeken van dezelfde schrijver gelezen. Vooral Het sinaasappelmeisje vond ik mooi, al weet ik niet meer goed hoe dat ging. 
Nu zag ik De dochter van de circusdirecteur in die minibibliotheek liggen. Ik heb thuis een mooi boek gehaald om ervoor in de plaats te leggen en heb mijn schat meegenomen. En gelezen.

Helaas, het viel tegen. Het gegeven van het verhaal is leuk. Een man heeft zoveel fantasie, dat hem voortdurend de meest fantastische verhalen invallen. Het zijn er echter zó veel, dat hij nooit één idee zou kunnen uitwerken tot een roman, want tijdens het schrijven zouden er weer zo veel andere ideeën in hem opkomen die dan ook in dat boek terecht zouden komen, dat het onleesbaar zou worden. Bovendien heeft hij niet het geduld om zo lang aan één idee te werken en heeft hij er totaal geen behoefte aan om beroemd te worden. Dus verkoopt hij zijn ideeën aan schrijvers en wordt daardoor een vermogend man. 
Het begin van het boek is interessant: de hoofdpersoon vertelt over zijn jeugd, hoe hij als jongetje was, als puber en jong volwassene. Over zijn vriendinnetjes, zijn grote liefde en over de manier waarop hij ertoe komt om als ‘schrijvershulp’ te gaan werken. 
In het midden zakt het boek in. Het wordt langdradig en valt in herhaling. De verteller verhaalt uitgebreid over hoe hij te werk gaat en over schrijvers. Zo beschrijft hij meerdere keren hoe zijn betalingssysteem in elkaar zit en geeft hij twee keer een opsomming van de soorten schrijvers die er bestaan. 
De derde helft van de roman is weer wat interessanter. Maar dan zit er weer zo’n toevalligheid in. Ik weet dat er in boeken vaak onwaarschijnlijke toevalligheden zitten, en ik kan er niet goed tegen. Ook nu weer. Van de zoveel honderden miljoenen mensen die er in Europa rondlopen, komt hij net die ene persoon tegen, op een plek waar ze geen van beiden thuishoren. Dat kan natuurlijk; ik ben op vakantie ook weleens een bekende tegengekomen. Maar toch. Bovendien zie je als lezer al van een kilometer afstand wie die persoon is, terwijl je het gevoel hebt, dat je dat niet hoort te weten en dat je op het eind heel verrast moet zijn. 
Aan het eind houdt de verteller nog een hele verhandeling over het patroon van vloertegels in zijn hotelkamer. Op de achterkant staat dat het een filosofische roman is en daarvan snap ik de diepere betekenis nooit. De diepere betekenis van vierkanten van vloertegels ontging mij dan ook volledig. 

Jammer, meneer Gaarden kan beter.

donderdag 16 april 2015

Post!

Afgelopen week heb ik weer vier mooie kaartjes gekregen uit alle uithoeken van de wereld: van California tot Moermansk en van Tsjechië tot India.

Om te beginnen India. Daarvandaan kreeg ik dit kaartje:



van een jong meisje, genaamd Varsha. Het is een foto van een man op een klein wagentje, getrokken door een os en een pony. Eronder staat het woord Jugaad, dat op de achterkant van de kaart staat omschreven als:
Jugaad is a colloquial Hindi word that can mean an innovative fix or a simple work-around. This meaning is often used to signify creativity to make existing things work or to create new things with meagre resources.

Seen in the picture is a Jugaad in the sleepy town of Gokak. A bullock and a pony paired up and yoked together to a traditional ox yoke. The pony has no complaints about the harness. The pace of the tow different animals is well synchronized and the owner who cannot afford more animals makes the most of the available duo.

Jugaad is increasingly accepted as a management technique and is recognized all over the world as an acceptable form of frugal engineering at peak in India.

Het tweede kaartje komt uit een heel andere, maar eveneens zonnige plek: California.


Het is een kaart van de staat, handgetekend door Alden Omsted. Op de achterkant van de kaart staat informatie over Californië:
California - Part of Mexico's Northern Territory "Alta California" became the 31st state on September 9, 1850, and hasn't looked back since. Still home to a world-class coastline, majestic redwoods, fertile agriculture, economic opportunity, and the hopes and dreams of millions. 
Gekregen van Sandra.

Daarna kwam er een kaart aan uit een heel andere wereld:


het Noord-Russische Moermansk, de grootste stad boven de Noordpoolcirkel. Moermansk werd tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1915, gebouwd als havenstad. Rusland had toen hulp nodig van het westen, maar de Oostzee was geblokkeerd. Daarom werd Moermansk aangelegd aan de kust van de Barentszzee. Door een warme golfstroom is die plek het hele jaar door ijsvrij. 
Природа Севера betekent Natuur van het Noorden.
Dit kaartje is verstuurd door Elvina.

Tot slot een leuke foto van een Shetlander:


van Filip uit Tsjechië.

maandag 13 april 2015

Het Dolhuis

Boudewijn Büch
Het Dolhuis (Nederland, 1987)

Het thema van de boekenweek van dit jaar was waanzin. Daarom stond er in onze bibliotheek een bak met boeken met dat thema. Uit deze bak heb ik een boekje van Boudewiijn Büch gehaald: Het Dolhuis. 

Winkler Brockhaus is 10 als hij door zijn ouders naar een gekkenhuis in Brabant wordt gestuurd. Het Dolhuis wordt met straffe hand geregeerd door zuster Makela en andere nonnen. Als je iets zegt, krijg je een oorvijf, als je knikt krijg je er nog één. En dat zijn nog maar de lichtste lijfstraffen. De gekheid wordt met tucht uit de kinderen geslagen. 
En dat terwijl Winkler helemaal niet gek wàs. Hij was een slim jongetje dat over de dingen nadacht en graag praatte. Als hij een jaar later weer naar huis mag, is hij stil en teruggetrokken. 
In zijn latere leven gaat Winkler vragen stellen en dan blijkt dat zijn ouders zo hun eigen redenen hadden om hem te laten opsluiten. Een jaar heeft de jongen in het gekkenhuis gezeten en dat heeft een sterke, negatieve, stempel op zijn leven gezet. Hij zou altijd depressief blijven en vaak dood willen. 

In de eerste helft van het boek lees je om en om een stukje over Winklers tijd in het gekkenhuis en over zijn volwassen leven. In het tweede deel, als je al weet hoe het in dat gekkenhuis was en wat voor traumatische gebeurtenis daar heeft plaatsgevonden, gaat Winkler op zoek naar de waarheid achter zijn opsluiting. 

Er komen veel bijzondere namen voor in het verhaal. De hoofdpersoon heet dus Winkler Brockhaus, zijn broers heten Meyer, Laroux en Brit. De vriendinnen van Winkler heten Solange en Göttge. Wat hiervan de reden is, weet ik niet.
Het gekkenhuis, waar Winkler zo getraumatiseerd is geraakt, heet ironisch genoeg Huize Kindervrede. De hoofdzuster heet zuster Makela, wat sterk doet denken aan het woord ‘akela’, leider van de welpen bij de scouting. Twee van de psychiaters waren juffrouw Ten Vreze en juffrouw Maul. Klinkt ook erg gezellig. 
Winklers latere stamkroeg heet Drinkpaleis Tevredenheid. 

Boudewijn Büch had een fascinatie voor eilandjes. Hij presenteerde op televisie een reisprogramma waarin hij kleine, verre eilandjes bezocht. Winkler is geograaf en is ook vaak op eilandjes te vinden. Zowel voor zijn werk als voor vakantie, van Terschelling tot Oceanië. 

Ik vond Het Dolhuis een interessant boek. Rauw realistisch. Ik weet niet in welke stad Winkler als volwassene woonde, maar zijn leven doet ‘grootstedelijk jaren ’80’ aan. Mijn afschuw over katholieke instituten, waar kinderen volledig aan de grillen van nonnen en monniken werden overgelaten, is alleen maar toegenomen.

donderdag 9 april 2015

Post!

Deze week zeven kaartjes gekregen, uit Europa, Azië en Amerika. 

Het eerste kaartje dat op de mat viel, kwam uit Japan:


Het is een tekening van Shunshun. Hierachter zit de kunstenaar Kochi, een voormalig architect, geboren in Tokyo, later verhuisd naar Hiroshima. De kaart heb ik gekregen van Katuhiko.

Diezelfde dag kreeg ik ook een kaartje uit Portugal:


Van Jina. Dit is het Castelo de Óbidos. Het kasteel is van Romeinse origine, later, vanaf 1148, toen de christenen het gebied hadden heroverd op de Moren, is het kasteel meerdere keren verbouwd en uitgebreid. Óbidos ligt in het westen van Portugal.

De volgende dag kreeg ik weer twee kaartjes. Deze komt uit de Oekraïne, van Dasha en Vova:


Dasha heeft hem zelf gemaakt. Ik vind het een schatje.

En een paasgroet uit Hongarije:


De tekst die er op staat betekent:Vredig Pasen! Gekregen van Krisztina.

Daarna kwam deze binnen:


Twee paarden uit Maryland, VS, van Gabriela. Maryland heeft één van de grootste en meest succesvolle volbloed fokindustrieën van de VS, zo staat op de achterkant te lezen. Lieve paardjes.

Het volgende kaartje kreeg ik van Natallia uit Wit-Rusland:


Een blauwe kat van de Russische kunstenares Irina Zeniuk. Er zijn heel veel kaarten met deze katten en ik vind ze erg leuk.

Het laatste kaartje van deze week vind ik erg grappig. Ik moest echt even kijken, dacht eerst dat hij verkeerd bezorgd was. Maar het adres dat erop staat leek toch wel heel erg uit de richting:


Het was de voorkant van de kaart. Opgestuurd door Eva uit Duitsland, gemaakt door Thomas Döring.

woensdag 8 april 2015

Het huis aan de Gouden Bocht

Jessie Burton
Het huis aan de Gouden Bocht (The Miniaturist, Groot-Brittannië, 2014)
Vertaald uit het Engels door Mieke Trouw-Luyckx

Nella is achttien als ze trouwt met de rijke Amsterdamse koopman Johannes Brandt. Het is een verstandshuwelijk, waarmee Nella aan de armoede van het platteland kan ontsnappen en de alleenstaande Brandt eindelijk een fatsoenlijk getrouwd man wordt.
Elke nacht wacht Nella op haar nieuwe echtgenoot, maar hij raakt haar niet aan. Wel geeft hij haar als huwelijksgeschenk een enorm kabinet, dat een poppenhuis blijkt te zijn. Een exacte kopie van het huis waarin ze wonen. Voor dat miniatuurhuis ontvangt Nella kleine spulletjes om het in te richten. Maar die spulletjes zijn wel erg exacte kopieën van de werkelijkheid. Hoe weet de miniatuurmaker dit allemaal? En zijn het wel kopieën of is er iets anders aan de hand? Dit vraagt Nella zich af als er steeds meer slechte gebeurtenissen plaatsvinden in het huis aan de Gouden Bocht. 

Het verhaal speelt zich af in de 17de eeuw, de Hollandse Gouden Eeuw. Er wordt veel geld verdiend aan handel. Amsterdam is rijk. Maar als ik lees hoe die samenleving is, dan lijkt het me vreselijk om daarin te moeten leven.
Nella behoort door haar huwelijk met één van de rijkste en machtigste mannen van Amsterdam tot de toplaag van de samenleving. Maar dat leven bestaat er eigenlijk voornamelijk uit het ophouden van schone schijn. Iedereen houdt elkaar in de gaten, je mag niets doen wat uit de toon valt. Mensen leveren elkaar maar al te graag uit aan justitie, maar met geld kun je je uit veel situaties redden. Als je eenmaal toch gevangen zit, ben je gedoemd. Met behulp van weerzinwekkende martelpraktijken word je gedwongen te bekennen. Brrr, ik ben blij dat ik niet in die tijd leef.

Ondanks dat het verhaal zich in Amsterdam afspeelt, is de schrijfster Engels. Jessie Burton (1982) raakte gefascineerd door het poppenhuis van Petronella Oortman, dat zich in het Rijksmuseum bevindt. De auteur heeft veel onderzoek gedaan naar het leven in de 17de eeuw en heeft in het geheim dit boek geschreven, dat onmiddellijk een bestseller werd en in meer dan dertig talen is vertaald.

Het huis aan de Gouden Bocht is een prachtig boek. Indrukwekkend. Je wordt er niet vrolijk van, maar op het eind is er toch nog een sprankeltje hoop.

maandag 30 maart 2015

Brabants

Mijn schoonfamilie is Brabants. In het begin, zo’n twintig jaar geleden, had ik soms moeite om ze te verstaan. En soms leidde het accentverschil tot grappige situaties. Zo zei mijn schoonmoeder een keer bij het inschenken van de vla: ‘Zeg maar hûuh.’ Dus ik zei: ‘Hu.’ Dat bleek niet goed te zijn. Tsja, bij ons zeggen ze gewoon ‘Ho’.
Don spreekt over het algemeen aardig ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands). Maar met één woord heeft hij zijn afkomst altijd verraden: peperkoek. In de rest van het land, of in ieder geval in het westen, waar ik vandaan kom, zeggen we ontbijtkoek. Dat staat ook op de verpakking. Dus ik bleef stug ontbijtkoek zeggen. Tot we met ons gezinnetje naar Brabant verhuisden. Toen heb ik me overgegeven en ben ik ook peperkoek gaan zeggen. Maar andere uitdrukkingen ben ik blijven weigeren. 

Acht jaar lang hebben we in Brabant gewoond, helemaal in het oosten, bij het drieprovinciënpunt met Limburg en Gelderland. Annika is een geboren Brabantse en Rozanne heeft een echt zachte -g-. Ik vond het wel grappig om die Brabantse manier van praten te horen.
Enkele voorbeelden:
  • In Oost-Brabant zit je niet op voetbal of op ballet, maar eronder! Mijn zoontje zit onder voetbal of onder ballet.
  • Ik woon langs haar, ik zit langs hem. Ook zo raar. Langs houdt een beweging in: Ze loopt langs. Je kunt niet langs iemand zitten.
  • Of wat dacht je van: ‘Zal ik de koffie inschudden?’ Nou, dat zal me een zootje worden. Oh, ze bedoelde inschenken.
Twee jaar geleden hebben we het Brabantse land weer verlaten. Maar de peperkoek is gebleven. Als er gasten zijn, moeten we wel uitleggen dat we daarmee ontbijtkoek bedoelen. En Rozanne... die heeft nog steeds haar mooie zachte -g-.

zondag 29 maart 2015

Marina

Carlos Ruiz Zafón
Marina (Marina, Spanje, 1999)
Vertaald uit het Spaans door Nelleke Geel

Carlos Ruiz Zafón is één van mijn lievelingsschrijvers. De Catalaanse schrijver is vooral bekend van zijn trilogie De schaduw van de wind - Het spel van de engel - De gevangene van de hemel. Vóór hij deze succesvolle romans schreef had hij vier young adult boeken geschreven. Eén daarvan is Marina.

Marina gaat over Oscar Drai, een jongen van 15 die in een internaat woont. Op de eerste bladzijde wordt verteld dat hij ooit een week spoorloos was en in de rest van het boek vertelt hij hoe dat kwam. 
Oscar maakt kennis met het meisje Marina en haar vader Germán Blau. Zij wonen in een groot, oud, verwaarloosd huis in een wijk vol met grote, oude, al dan niet leegstaande villa’s. Marina neemt Oscar mee naar een verlaten kerkhof waar een dame, geheel in het zwart gehuld, een bezoek brengt aan een naamloos graf. Nieuwsgierig volgen ze de vrouw door oude, verlaten steegjes en komen uit in een oude, verlaten donkere kas. Daar doen ze een lugubere ontdekking en vluchten weg. Ze kunnen de zaak echter niet laten rusten en graven verder in deze duistere zaken.

De young adult boeken van Ruiz Zafón zijn griezelig en in elk van de boeken zijn wel één of meerdere momenten waarop je haren recht overeind gaan staan. Ook Marina is bizar en creepy
In Ruiz Zafóns boeken is de sfeer heel belangrijk. Marina speelt zich af in het oude gedeelte van Barcelona. Af en toe vond ik het wel een beetje een overkill. Echt alles is oud en verlaten. Zelfs het internaat waar Oscar woont is immens, oud en spookachtig:

‘De school stond midden in een citadel van tuinen, fonteinen, modderige vijvers, patio’s en behekste pijnwouden. Eromheen stonden sombere gebouwen met daarin door spookachtige nevel bedekte zwembaden, griezelig stille sporthallen en sinistere kapellen waar afbeeldingen van heiligen glimlachten in de weerspiegeling van de altaarkaarsen. (...) De kamers van de leerlingen bevonden zich op de vierde verdieping, aan grotachtige gangen. Eindeloze galerijen die altijd in het donker lagen, en die altijd een lugubere echo bewaarden.’ 

Ook krijg je snel achter elkaar veel verschillende levensverhalen te lezen. Dat vond ik soms ook een beetje té.

Maar afgezien daarvan is ook dit weer een gaaf boek. Het is spannend en je wil gewoon weten hoe die scène afloopt, of ze er heelhuids uit komen. Je blijft dus doorlezen en hebt het boek zo uit.

zaterdag 28 maart 2015

Film: Ernest & Célestine

Voor haar verjaardag had Annika een aantal dvd’s gekregen, waaronder dit pareltje: Ernest & Célestine, een Frans-Belgische tekenfilm uit 2012. En met tekenfilm bedoel ik ook een echte ouderwetse tekenfilm. Het doet een beetje schetserig aan en is niet heel precies ingekleurd. Het ziet eruit alsof het met waterverf is gedaan. 
De film is gebaseerd op een serie boeken met dezelfde titel van de Belgische Gabrielle Vincent (1928-2000). Voor haar carrière als schrijver en illustrator schilderde ze aquarellen. Dat is dus duidelijk terug te zien in de animatie.

Ernest & Célestine is het verhaal van een onwaarschijnlijke vriendschap tussen het jonge muisje Célestine en de grote beer Ernest. Zij leven in een samenleving, waarin deze twee bevolkingsgroepen gescheiden leven: de muizen wonen onder de grond, waar ze een hele stad hebben gebouwd, en de beren wonen boven, ook in hun eigen stad. 
Célestine is nog een kind. Ze woont in een soort internaat en slaapt op een grote slaapzaal. Voor het slapen gaan, komt een mevrouw een verhaaltje vertellen over de grote boze beer die graag muizen eet. Célestine is echter helemaal niet bang voor beren en heeft een tekening gemaakt van een beer met een muis in zijn armen. Dat wordt haar niet in dank afgenomen. Muizen horen nu eenmaal bang te zijn voor beren, anders loopt het slechts met ze af.
‘s Avonds wordt een groepje jonge muizen naar boven gestuurd om... tanden te stelen. Célestine gaat naar een huis van een berenfamilie om de tand te stelen die een jongetje onder zijn kussen gaat leggen. Maar ze wordt ontdekt en het blijkt dat moederberen heel bang zijn voor muizen. 
Célestine weet te ontsnappen, maar komt vast te zitten in een vuilnisbak. In de ochtend wordt ze gevonden door de grote beer Ernest, die erg veel honger heeft. Hij wil haar opeten, maar Célestine protesteert. Dat is het begin van een bijzondere vriendschap.
De mensen...eh... muizen en beren om hen heen zien die vriendschap echter niet zitten en veroordelen hen hierom. Zouden ze vrienden kunnen blijven? 


Ernest & Célestine is een mooie en grappige tekenfilm voor groot en klein (vanaf 6 jaar). Een aanrader.

donderdag 26 maart 2015

Post!


Deze week heb ik zeven kaartjes ontvangen, uit Taiwan, de Verenigde Staten, Finland, Duitsland, Rusland en India. Het was dus weer een internationaal gebeuren.

Het eerste kaartje kwam uit Taiwan, van Silas:



Het kaartje komt uit Tainan, een stad in het zuidwesten van het eiland Taiwan. De stad is in de 17de eeuw gesticht door de VOC als handelspost. Toen heette het Fort Zeelandia. Ik weet niet precies wat de afbeelding inhoudt, maar ik denk, dat dit het fort is zoals het er nu uitziet. Op de achterkant van de kaart staat namelijk onderstaande tekening. Dat lijkt op een oud-Hollands fort:



De volgende kaart is ook een exotische:


Deze heeft een mevrouw uit India mij gestuurd. Het is een foto van de Haji Ali moskee en tombe in Mumbai. Het is in 1431 gebouwd ter ere van Sayyed Peer Haji Ali Bukhari, een rijke islamitische koopman, die wonderen had verricht. Elke donderdag en vrijdag wordt het heiligdom door 40.000 pelgrims bezocht.

De volgende kaart is Duits. Dit is de Ravensberger Spinnerei. Hij is me toegestuurd door Cora. De foto is een beetje raadselachtig. Hoe moet ik hem nou houden? Eerst hield ik hem zo:

Toen dacht ik, dat hij zo hoorde:

Maar nu vermoed ik, dat hij toch andersom hoort - met de weerspiegeling boven - want daarin zie je het hele gebouw.
Het gebouw werd gebouwd tussen 1855 en 1857 in Beilefeld en was de grootste vlasspinnerij van Europa. In 1974 moest de spinnerij haar deuren sluiten. Momenteel zitten er onder andere een volkshogeschool, een historisch museum en een discotheek in.

Deze schattige kleine panda woont in de Minnesota Zoo, Verenigde Staten. Het kaartje heb ik gekregen van Erik.


Een leuke illustratie met boerderijdieren uit Finland:


Gekregen van Ari.

Nog een kaartje uit de VS:


Volgens afzender Rita is dit een typisch landschap dat je 's zomers langs de wegen kunt zien.

Tot slot een mooi plaatje uit Sint-Petersburg:


Gekregen van Polina. Het is een kunstwerk van Artyom Artyakov. Op deze site kun je meer van zijn werk zien. Ik vind het fantastisch.

maandag 23 maart 2015

Taalkwestie: 's maandags, 's dinsdag?

Laatst zaten we tijdens het ontbijt te praten over de dagen van de week. We kwamen erachter dat je wel ‘s Maandags moet ik naar school kunt zeggen, maar hoe zeg je dat je op dinsdag naar school moet? ‘s Dinsdags? Nee, dat klinkt niet. ‘s Woensdags kan dan weer wel, maar ‘s donderdags en ‘s vrijdags? Mwâh, klinkt raar. Met de zaterdag en zondag weet je het niet, want dan is die ‘s niet te horen. Je weet dus niet of je zaterdags of ‘s zaterdags zegt.
Dus hoe zit het nou? Tijd om het uit te zoeken!

Ik kwam terecht op de sites van de Nederlandse Taalunie, Onze taal en Wiktionary, onderdeel van Wikipedia. Daar viel de oplossing te lezen. 

De ‘s komt van des, wat de tweede naamval is van de. Eigenlijk was het dus des maandags, des avonds, des zomers, nu is het ‘s maandags, ‘s avonds en ‘s zomers. Het betekent elke maandag, avond, zomer.

Maar wanneer zetten we die ‘s ervoor? Je kan hem zetten voor zaterdags, zondags, maandags en woensdags. Het hoeft echter niet. Je kunt zowel woensdags als ‘s woensdag zeggen en zowel zondags als ‘s zondags schrijven. Alleen bij de dinsdag, donderdag en vrijdag kun je er geen ‘s voor zetten. Het is dus dinsdags en niet ‘s dinsdags. Volgens het Prisma Stijlboek uit 1993 komt dat doordat de stemloze s niet op zijn plaats voelt voor de stemhebbende d en v

En nu moet ik gaan, want ik doe ‘s maandags altijd boodschappen.

maandag 2 maart 2015

Film: Paddington

De voorjaarsvakantie is voorbij en het lijkt wel echt ineens voorjaar geworden. ‘s Morgens bij het opstaan is het alweer bijna licht. Heerlijk! Helaas was ik de helft van de vakantie ziek, dus we hebben niet veel samen kunnen doen. Maar vrijdag zijn we toch nog met z’n vieren naar de film geweest. Naar Paddington.

En dat was erg leuk! Don heeft eigenlijk een hekel aan Beertje Paddington en zei dus dat hij niet naar de film wilde. Maar zodra hij de trailer zag, was hij om. De trailer is erg grappig, net als de hele film. Er zijn echter veel trailers in omloop en als je er te veel bekijkt, heb je zo ongeveer de hele film al gezien. 

Paddington is een beer uit Peru. Hij woont daar bij zijn oom en tante, die ooit een ontdekkingsreiziger uit Londen hebben ontmoet. Daaraan hebben zij een marmeladeverslaving overgehouden en een verlangen om naar Londen te gaan. Daar zouden ze van harte welkom zijn bij de vriendelijke avonturier. 
Als tijdens een aardbeving oom overlijdt en tante daarna naar een berenrusthuis gaat, vertrekt Paddington als verstekeling per vrachtschip naar Engeland, bevoorraad met heel veel potten marmelade. Zijn tante had hem een kaartje om zijn nek gehangen: ‘Please, look after this bear.’ 
Zo komt de kleine beer terecht op Paddington Station. Hij wordt opgepikt door een gezin, waar hij één nachtje mag blijven slapen. Daarna gaan ze op zoek naar de ontdekkingsreiziger, waar Paddington wil gaan wonen.
Uiteraard is er ook een slechterik in de film: een medewerker van het natuurhistorisch museum (Nicole Kidman met strak kapsel), die niet wacht tot dieren dood zijn voor ze ze opzet. Ze bestelt gewoon levende exotische exemplaren en brengt die eigenhandig om. Een Peruviaanse beer ontbreekt nog in haar collectie. 
Bij het vangen van de beer krijgt ze hulp van de buurman van de familie waar Paddington logeert. Deze man (waarin fans van Dr. Who de huidige Doctor herkennen) is een fatsoensrakker die vindt, dat beren niet in een nette buurt thuishoren.

Kortom: genoeg ingrediënten voor een spannend verhaal. Paddington zorgt ervoor dat het ook een erg grappig verhaal wordt. Hij is namelijk totaal ongepast een de menselijke beschaving en zo gedraagt hij zich ook. Maar uiteindelijk... komt alles op zijn pootjes terecht.

Paddington draait nu in de bioscoop.

maandag 16 februari 2015

Les Misérables

Victor Hugo
Les Misérables (Les Misérables, Frankrijk, 1862)
Vertaald uit het Frans door Manuel Serdav

Les Misérables is volgens mij het bekendste boek van Victor Hugo. Het is verfilmd en er is een grootse musical van gemaakt. Ik wilde het boek al heel lang lezen, maar in de plaatsen waar ik hiervoor woonde, hadden ze hem niet in de bibliotheek. Nu liep ik er toevallig tegenaan en heb ik hem meteen geleend. 

Les Misérables is het verhaal over de gewone bevolking die eind 18de, begin 19de eeuw in Parijs leefde, veelal in grote armoede. De hoofdpersoon is Jean Valjean, een man die als jongeman een keer een brood stal om zijn neefjes van de hongerdood te redden. Hij werd gesnapt en werd veroordeeld tot een paar jaar strafkamp. Doordat hij tot drie keer toe probeerde te ontsnappen, liep dit aantal op tot 19 jaar. 
Na zijn vrijlating is de ellende niet voorbij, want gewezen galleiboeven (gevangenen van een strafkamp) krijgen een geel paspoort dat ze overal waar ze komen, moeten laten zien. Ze zijn nergens welkom. Jean Valjean, gedreven door honger, klopt aan bij monsieur Myriel, bisschop van Digne. Jean Valjean is zo getroffen door zijn goedheid, dat hij besluit zelf ook goed te worden. Toch steelt hij nadien, zonder erbij na te denken, een munt van twee frank van een jongetje, Hij heeft meteen spijt en wil het teruggeven, maar hij kan de jongen niet meer vinden. Dit voorval zal hem de rest van zijn leven achtervolgen, omdat hij hierdoor recidivist is geworden. De vasthoudende politie-inspecteur Javert maakt er zijn levenswerk van om Jean Valjean weer in het kamp te krijgen.
Intussen heeft de held van het verhaal zich ontfermd over Cosette, een klein meisje, dat door haar pleegfamilie wordt uitgebuit en mishandeld. Nu moet Jean Valjean niet alleen zorgen dat hij zelf uit de handen van justitie blijft, maar ook nog dit meisje beschermen en voeden. 

Al deze avonturen spelen zich af in een stormachtig Frankrijk. De Napoleontische oorlogen zijn net achter de rug en onder de bevolking broeit het. Deze situatie mondt uit in de opstand van juni 1832. 

Het is een spannend boek. Soms vond ik het een beetje té spannend, omdat er zoveel onrecht in voorkomt. 
Er zitten veel toevalligheden in het boek. Bijvoorbeeld als Jean Valjean en Cosette op de vlucht zijn voor de politie. Ze komen dan terecht in een klooster en daar blijkt een man te werken, die Valjean een aantal daarvoor het leven heeft gered en die het tweetal dus graag helpt. Zomaar ergens in Parijs. Of dat Marius, een jongen die verliefd is op Cosette, naast haar vroegere pleegfamilie blijkt te wonen. En dat deze pleegvader vroeger ook nog eens het leven van Marius’ vader heeft gered. 


Toch vond ik het een mooi en boeiend boek. Spannend, avontuurlijk en interessant. Omdat het zo spannend is, blijf je doorlezen, want je wilt weten of het nog wel goed komt. 

Volksbuurtmuseum

Normaal gesproken ga ik elk seizoen een dagje op pad. Lekker in m’n eentje naar een bepaalde stad. Daar breng ik dan één of meerdere musea een bezoekje en tussendoor wandel ik door de stad. Nou was het er deze winter nog niet van gekomen en ik weet ook niet of het nog gaat lukken. Dus toen ik laatst een feestje had in Utrecht, dat pas in de middag begon, heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt en ben naar het Nederlands Volksbuurtmuseum geweest. Ja, ja, waar je allemaal niet een museum over kunt hebben. 

Ansichtkaart gekocht in het museum: Zicht in de Zuilensteeg
vanuit de Bergstraat, 1934. Uitgave Wijk C-komitee, Utrecht, 1984
Ik ben geïnteresseerd in hoe het leven voor de gewone mens er vroeger uitzag. Hoe meer ik er over lees, zie en hoor, hoe meer ik besef, dat het nog helemaal niet zo lang geleden was, dat het gros van de bevolking in Nederland in pure armoede leefde. Ook nu zijn er nog mensen die in echte armoede leven, die afhankelijk zijn van de voedselbank en nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden, maar toch zeker tot de Tweede Wereldoorlog leefde de meerderheid van de bevolking zo. 

In het Volksbuurtmuseum dient wijk C, een voormalige volksbuurt in het centrum van Utrecht, als voorbeeld. De rondgang door het museum begint met een animatie over de ontwikkeling van Utrecht. Dan kom je in een zaaltje waar je verhalen kunt horen van mensen die vroeger echt in Wijk C hebben gewoond en waar het leven van een bakkersgezin nader wordt belicht. In het zaaltje ernaast zie je een film over de opzichter van Wijk C. Men ging er in die tijd van uit, dat mensen in de volksbuurt moesten worden opgevoed en dat er toezicht moest zijn. Vrouwen leerden onder andere over hygiëne. Bij probleemgezinnen werd ingegrepen an als een gezin echt niet te handhaven was, werd het overgeplaatst naar nieuwe wijken die speciaal voor probleemgevallen waren gebouwd. 

Bij de balie van het museum krijgt de bezoeker een portemonneetje mee met negen geldstukken. Die heb je nodig als je door het steegje loopt. Daarin is een steeg in een volksbuurt nagebouwd, zodat je kunt beleven hoe het daar was. Verschillende bewoners vertellen hun verhaal en met het geld kun je dingen kopen, een aalmoes geven of een schuld aflossen. Kun jij uitkomen met de muntjes?

Op de bovenverdieping is ook nog van alles te zien, te luisteren en te doen. 

Ik vond het een erg leuk en sympathiek museumpje. Ook leerzaam. Het laat zien, dat een volksbuurt uit de negentiende en begin twintigste eeuw geen ‘probleemwijk’ was. Er zaten veel bedrijfjes, zoals een bakker, een hoefsmit, fabriekjes. Wel heerste er veel armoede.


Middenstanders hadden vaak geen winkel, maar wel mensen in dienst die met karren rondreden om de producten te verkopen, zoals de broodkarren van de bakker. Die middag op het feestje sprak ik een vrouw, die vertelde dat haar vader vroeger ook zo’n kar bezat. Daarmee verkocht hij vlees. Dat vond ik erg leuk om te horen, een echt ooggetuigenverslag. 

donderdag 5 februari 2015

Lief leven

Alice Munro
Lief leven (Dear Life, Canada, 2012)
Vertaald uit het Engels door Pleuke Boyce

Zoals zoveel mensen lees ik eigenlijk nooit verhalenbundels. Bij een verhaal - kort of lang - moet je er altijd even inkomen en dan pas kun je lekker doorlezen. Met een verhalenbundel moet je daar met ieder verhaal opnieuw doorheen. Maar op een blog (ik heb het helaas niet kunnen terugvinden) las ik dat je dit boek moet beschouwen als een doosje luxe bonbons, waar je er af en toe eentje uit snoept. Dat heb ik gedaan. Eén verhaal per avond. Lekker snoepen.

Alice Munro schrijft mooie verhalen. Rustige verhalen. Verhalen over vrouwen. Slechts in één verhaal van de bundel was de hoofdpersoon een man. Een soldaat die na de Tweede Wereldoorlog terugkeert. Voordat hij op zijn eindbestemming aankomt, springt hij van de trein en begint de tegengestelde richting uit te lopen. Hij komt bij een boerderij, waar een vrouw woont. Hij krijgt ontbijt, helpt met het repareren van de paardenruif en blijft.

Een ander verhaal begint ook met een trein. Daarin stapt de jonge Vivien, die een betrekking heeft gevonden als onderwijzeres in een sanatorium. Dat sanatorium ligt in een berkenbos, aan een bevroren meer. Zelf zegt ze, dat ze het er mooi vind: ‘Alsof ... alsof je in een Russische roman bent terechtgekomen.’  Ze geeft les aan kinderen die aan tuberculose lijden. Eigenlijk moet ze ze vooral bezighouden, niet te veel stress, niet te veel laten leren. Sommige kinderen worden niet meer beter, andere wel, die kunnen de achterstand later wel weer inhalen. Vivien merkt echter, dat ze best wel wat aankunnen en laat ze spelenderwijs kennismaken met de wereld van buiten.
Ze krijgt een relatie met de arts van het sanatorium en al snel besluiten ze, of eigenlijk besluit hij, om te gaan trouwen. 

Zo zien we steeds stukjes van levens van vrouwen. Mooie stukjes, waarin de dingen anders lopen dan je zou verwachten.

De laatste vier verhalen zijn autobiografische schetsen van het leven van de schrijfster. Over hoe ze opgroeide in een huis net buiten een stadje. Over haar moeder, die rond haar veertigste Parkinson kreeg. Over Sadie, die bij hen in huis kwam werken, toen er kort na elkaar twee baby’s werden geboren. Inkijkjes, geen afgeronde verhalen.


Alice Munro (1931) is een Canadese schrijfster, een echte verhalenschrijfster. De meeste van haar verhalen spelen zich af op het Canadese platteland. In 2013 kreeg ze de Nobelprijs voor literatuur.

dinsdag 20 januari 2015

Vangst van de week (5)

Wat een topweek was dit: acht kaartjes gekregen! Kijk maar mee.

Sinds we zelf konijnen hebben, staan kaartjes met konijnen op mijn wensenlijst. En zie hier:


een kaartje met 'konijntjes Babette, Böbi en Lulu met twee schildpadden' van Rosi uit Zwitserland. Het kaartje komt van een boerderij, waar ze ongewenste huisdieren opvangen. Grappig, want onze hangoortjes Bink en Twix komen uit een konijnenopvang.

De tweede kaart kwam van Sylvy uit Frankrijk:


een mooi, maar zielig plaatje van een klein mannetje met vleugels, verstrikt in touwtjes. Een marionet? Op de achterkant staat 'moustique', wat mug betekent.

Daarna kreeg ik dit mooie plaatje van de Litouwse Ruta:


Deze had ze bij mijn favoriete kaarten zien staan. (Bij Postcrossing heb je een 'postcards wall', waarop je ontvangen, verstuurde, favoriete en populaire kaarten staan. Favoriete kaarten zet je er zelf op. Dat kunnen kaarten zijn die je zelf hebt ontvangen of verstuurd, maar je kunt ze ook bij anderen vandaan halen. Populaire kaarten zijn alleen voor jezelf te zien. Dat zijn kaarten die jij hebt verstuurd en die anderen als favoriet hebben aangekruist.)

Dit vind ik een heel bijzondere:


Gekregen van Marieke uit Nederland. Het komt uit de Atlas van de Belevingswereld, een atlas waarin 'alle ervaringen van een mensenleven' zijn afgebeeld in landkaarten.

Vervolgens ontving ik een kaartje met Alice's Adventures in Wonderland:


verstuurd door MJ uit Denver, Colorado, USA. Dit boek is in 1865 geschreven door de Engelse auteur Charles Lutwidge Dodgson, onder het pseudoniem Lewis Carroll en vertelt het verhaal van het meisje Alice die in een konijnenhol valt en terechtkomt in een wonderlijke wereld.

Van Kari uit Noorwegen kreeg ik deze mooie midzomernacht op de Noordkaap:


Daarna kreeg ik post uit Florence, Italië:


van Gigi. Florence, Firenze in het Italiaans, is gesticht in 59 v. Chr. door Julius Caesar en heeft een enorme historie. Onder andere Leonardo da Vinci, Michelangelo, Galileo Galilei en Catharina de Medici waren aan deze stad verbonden. Het is de meest renaissancistische stad van Italië en een cultuurstad bij uitstek.

Mijn favoriet van deze week is dit schattige kaartje:


gekregen van de 11-jarige Mina uit Hamburg, Duitsland. Een hondje dat ervan droomt de ruimte in te gaan. Gemaakt door grafisch ontwerpster Nele Rojek.